Blijdschap, verdriet, vluchten, vechten, angstzweet en hartkloppingen zijn verschillende uitingen van emoties. Daarover het een en ander te weten te komen en te begrijpen, is nodig om te kunnen omgaan met allerlei gevoelens. Aan de ontwikkeling van verstandelijke vermogens wordt veel tijd en aandacht besteed; dit in tegenstelling tot beheersing van emoties (emotionele vaardigheid). Toch zou ook dát voor ons welbevinden heel nuttig zijn. Zelfkennis en communicatie samen zijn daarbij hét middel om je deze bekwaamheid eigen te maken.
Opvattingen over oorzaak en gevolg waren aanvankelijk tegengesteld: heeft een lichamelijke reactie als consequentie een gevoel, of is het net andersom? Tegenwoordig is men algemeen de mening toegedaan dat waarneming en beoordeling bepalend zijn. Erfelijke factoren spelen daarbij een rol, maar in nog sterkere mate: wat is aangeleerd. Emoties volgen pas wanneer een omstandigheid als bedreigend, verdrietig, of juist als aangenaam wordt opgevat.
Na een impuls volgen welgeteld zes fasen van een
emotieproces (naar de
cognitieve emotietheorie van Marga B. Arnold). Hieronder is een
model ervan weergegeven; de karakteristiek van het proces vertoont verwantschap
met het domino-effect.
De lange pijlen gelden bij noodsituaties.
Gevoelens bij acties hebben soms prioriteit. In plaats van het “redelijk” denken, is het de emotie die tot handelen aanzet. Bijvoorbeeld: wanneer je ziet dat je kind te water raakt, spring je het na, ook al kun je niet zwemmen. In dit geval wint deze impuls het van de tegenpool, de kunst “verstandig” te handelen. Wanneer men echter (zonder iets te laten blijken) een opkomende woede-uitbarsting beheerst, is het de rede die kennelijk de sterkere is. (Emotieregulatie genoemd door N.H.Frijda.)
In de praktijk zijn de ‘acties’ angst, schuldgevoel, jaloezie, woede, somberheid en verdriet wel degelijk te beïnvloeden. Evenzo kunnen de plezierige sensaties: geluk, enthousiasme, liefde en voldoening, aangewakkerd worden. Vaardigheid daarin versterkt het zelfvertrouwen en verbetert de balans. Natuurlijk bestaat er geen norm wát je moet voelen en ook niet voor de intensiteit ervan. Het gaat om de eigen interpretatie. Er zijn inderdaad mensen die een teveel van de ongewenste soort hebben of te weinig van de meer plezierige soort bezitten.
Voor een angsthaas, bullebak, huilebalk of koude kikker is
de weg naar een redelijk evenwicht gelukkig niet afgesloten. Te gemakkelijk
afglijden naar negatieve overdrijving is hinderlijk, niet in de laatste plaats
voor jezelf. Het feit, de prikkel, is niet te veranderen; maar de aangeleerde
denkgewoonte en het gedrag wel.
Zoals al opgemerkt: een algemeen aanvaarde standaard bestaat niet; de wereld
zou ook al te eenvormig worden.
Trouwens, of gevoelens goed zijn of slecht, is niet aan de orde, ze zíjn er immers. (Ze kunnen bijvoorbeeld prettig, vervelend, angstaanjagend zijn.) De kunst is ze correct te relativeren; er op gepaste wijze mee te kunnen omgaan. Ze tonen is oprechter dan afwezigheid te huichelen.
Zich zorgen maken over iets zonder er
wat aan te (kunnen) doen, is verspilde energie.
Is er misschien tóch alsnog invloed op uit te oefenen?
(Werkelijk iets doen, wat
zeggen of bezorgdheid tonen is wellicht mogelijk.)
Vijf elkaar beïnvloedende belevingswerelden zijn bij emoties richtingbepalend:
Æ Gebeurtenis of situatie,
Æ Gedachten (mening, opvatting, beoordeling, ervaring),
Æ Lichamelijke reactie (blozen, angstzweet, vermoeidheid, slapeloosheid),
Æ Gevoelens (zorgen, verdriet, stemming, sfeer),
Æ Gedrag (agressie, wraak nemen, zich terugtrekken, drankgebruik).
Het verband kan verduidelijkt worden met een voorbeeld: Je
hebt de indruk dat men jouw redenering niet gelooft (gedachte); je wordt boos (gedrag); jouw
vriendschap bekoelt (gevoelens).
Om verandering te bereiken moet je een of meer van genoemde belevingswerelden
aanpakken. Het tweede punt, het denken is van die vijf de meest
doortrapte misleider: ik denk dat de ander zus of zo denkt (is dat wel zo?) en
dat voel ik als................
“Your focus is your reality” (jouw kijk op de zaak is jóúw waarheid), maar pas op: Jouw
mening kan heel goed gebaseerd zijn op slechts enkele feiten, het is jóúw
visie.
Dat onze waarneming ons af en toe danig bedriegt, heeft Plato in de oudheid al boeiend beschreven in “De Staat”.
Het
verhaal gaat in essentie over een groep mensen die in een grot
zat en maar naar één kant, een vlakke wand, kon kijken. Achter hen was een
vuur, dat de wand verlichtte. De veelvuldig voorbij gedragen beelden tussen hen
(de vastgebonden mensen) en het vuur wierpen schaduwen op
de vlakke wand. Op den duur kende men de diverse schaduwen, men
maakte er zelfs personen met namen van, mede omdat ze ook gewoon “spraken”.
Na lange tijd werd één van hen van zijn boeien bevrijd. Rondkijkend weigerde
hij aanvankelijk te aanvaarden dat de ruimtelijk gedragen beelden de oorzaak
van de schaduwen zouden zijn.
De nieuwe werkelijkheid van de bevrijde man bleef voor de geboeiden echter
absoluut ongeloofwaardig vanwege hun eenzijdige waarneming. Nog steeds zien ze
immers met eigen ogen de beelden op de wand, en daarom kunnen ze die nitwit
niet langer uitstaan. “Zwijg, ketterse rakker!” wordt geroepen.
(Die
fundamentele afwijzing van een zeer “abnormale” gedachte is ons eigen. Denk
maar aan vergelijkbare reacties bij Copernicus, die de zon centraal stelde
i.p.v. de aarde.)
Deze levenswijsheid van Plato komt klopt 00k met het krasse Indische gezegde, dat een mens maar beter blind kan zijn, dan de zaak alleen van één kant bekijken.
Door te leren emoties te beheersen, word je daar ook steeds meer bedreven in. Het is niet nodig te weten waaróm men zich zo voelt. Bij contacten met anderen is het goed te luisteren naar, en te reageren op behoeften van anderen. Daarmee zijn vriendschappelijke en respectvolle relaties te bereiken. Ten slotte wordt ook ons algemeen welbevinden erdoor gesterkt.
Zelf eraan werken kan op de volgende wijze:
1 Leer de eigen
emoties kennen.
In eerste instantie is het de kunst, ze te begrijpen, ze aan te voelen en ze
met eigen woorden weer te (kunnen)
geven. Het betreft o.a.: angst, boosheid, verdriet, machteloosheid, schuld,
nachtmerries, schaamte, zich ongemakkelijk voelen, met “zekerheid” weten hoe
anderen over je denken, overdreven eigen schuldgevoel, iets onaangenaams altijd
wijten aan anderen, en natuurlijk ook voldoening, belangstelling, opgewektheid,
vreugde en genegenheid.
2 Het bewust worden
van de invloed van emoties, vooral de nadelige gevolgen daarvan, is de tweede
stap. Vaardigheid wordt vooral in de praktijk ontwikkeld door het uiten van gevoelens.
Let op: door uitstraling en demonstratie van emoties creëert men ook reacties.
Vraag je daarbij af: welke kan ik nu al ongehinderd tonen, welke beter
voorlopig enigszins temperen? Tracht de invloed in te schatten en controleer
dat af en toe ook daadwerkelijk. Hierna volgt oefening met meer gevoelige
punten, zoals woede, angst of schuldgevoel.
Wanneer je deze bekwaamheid wilt verfijnen, is oefening met een vriend(in) heel
efficiënt.
NB. Het doel is natuurlijk dat je zelf groeit en
niet op een slinkse manier de ander bijstuurt!
3 Ingesleten beelden, zoals:
“ Mij lukt nooit iets.
Iedereen heeft een hekel aan me.
Dat soort mensen is niet te vertrouwen.
Die collega maakt altijd fouten.
Ik zal het wel weer opknappen.” enzovoort,
gaan zichzelf versterken door selectief te kijken naar gebeurtenissen. Zie je wel, ik heb gelijk; het idee wordt als het ware daarmee vastgespijkerd. Let echter eens op tegengestelde signalen die het tegendeel van de eigen visie aantonen. Zo kan dan stapsgewijs het gebruikelijke patroon mogelijk veranderd worden. Dit vraagt wel doorzettingsvermogen.
4 Een andere wending aan je gedachten geven door afleiding kan ook een probaat alternatief zijn.
5 Strijden tegen negatieve emoties betekent energie erin steken; dat maakt “er los van komen” nog moeilijker. Een “fout” een keertje toestaan, hélpt je zelfs je probleem aan te pakken. Een enkele keer tegen jezelf (of zelfs tegen een ander) zeggen: Zal ik eens tonen dat ik flink kan blozen, kan somberen, kan “blunderen” bij seks (impotentie/frigiditeit). Dat werkt meestal afdoende. “Angst is de moeder van negatieve emoties.” (Paradoxale intentie – logotherapie Viktor E. Frankl.)
6 Eventuele schade bij derden is te herstellen door zelf de verantwoordelijkheid te nemen, het weer goed te maken, of door vergeving te vragen. (In verdediging gaan is bijna altijd contraproductief.) En ten slotte, ga alles nog eens toetsen en afstemmen met die ander. Probeer aan te voelen waar hij/zij nu staat; ga daar respectvol mee om.
7 Daarop volgend komt
het ontwikkelen van empathie (het zich kunnen verplaatsen in de gevoelens of de
gedachtegang van een ander). Gevoelens van anderen leren herkennen. Ga altijd
na of jouw inschatting wel juist is; de eerder genoemde valkuil kan je parten spelen: Ik denk dat jij denkt dat
....... etc. Eenvoudige navraag op een geschikt moment leert signalen (non verbaal of met woorden)
van anderen herkennen.
Empathie bevordert vriendschap doordat men er een teken van verbondenheid in
ervaart. Men ontwikkelt hiermede een bekwaamheid voor samenwerking, waarbij het
beste uit de mens naar voren wordt gehaald. Dat geeft trouwens ook macht. (Bij een psychopaat is er sprake
van totale afwezigheid van empathie, hij kan liegen, stelen of afpersen zonder
schuldgevoel.)
Dikwijls heeft men bij ongewilde gevoelens al baat bij toepassing van:
Een heftige emotie bij jezelf herkennen,
Het onbehaaglijke ervan erkennen,
Een stapje opzij doen om ernaar te kijken,
Het bespreken van de problematiek,
De opwelling aanvaarden,
Maar wel overgaan tot de orde van de dag.
Ten slotte kan onder begeleiding van een ervaren coach of therapeut gebruik gemaakt worden van de methode “Rogers” (Carl Rogers, 1902-1987 Amerikaans psycholoog). De deskundige accepteert je zoals je bent, observeert en verduidelijkt, maar interpreteert en adviseert niet. Je moet zelf je problemen ontdekken en oplossen. De coach is daarbij tot steun, maar zelf ben je het middelpunt. Je leert hierdoor meer op eigen benen te staan.
In het voorgaande is slechts summier het leerproces weergegeven om emotionele vaardigheid te vergroten. Dat meer bewust leren, door te letten op eigen ervaringen van emoties is nog altijd een heel goede training.
Praktische suggesties zijn:
Æ Vriendschappelijke contacten en relaties gaan opbloeien, wanneer je er emotioneel steeds opnieuw in investeert. Het uiten van (positieve) gevoelens staat voorop, evenals het aan de ander de kans geven dit voorbeeld op een bij hem/haar passende manier te volgen. Signalen van vriendschap zijn bijvoorbeeld: het tonen van respect, waardering, dankbaarheid, opgewektheid, liefde, tolerantie, acceptatie en begrip. Laten weten dat men beantwoording met een gebaar op prijs stelt, is effectiever dan als een waakhond op “passende” reacties te wachten. (Zie: “Liefde – Vriendschap”.)
Æ Bij belediging, frustratie of bedreiging, is boosheid of irritatie een normale reactie; maar pas op voor overdreven of hevige woede, het brengt veelal meer ellende dan de aanleiding waard is. Zie hierboven: “Dikwijls heeft men …..”.
Æ Opzet of slechte bedoelingen van de ander behoren niet je eerste gedachte te zijn. Laat wel/liever blijken dat je de daad van de ander niet kan waarderen en vraag (i.p.v. te eisen) het in het vervolg anders te doen. Zet zelf de eerste stap naar samenwerking, dat voelt voor beide partijen beter dan wraak!
Æ Demonstratie van de gedachte dat je vriendschap (kameraadschap, liefde) waard bent, roept bij de ander vaak navolging op, Deze wetmatigheid (inductie) geldt trouwens ook voor negatieve gevoelens.
Æ Elke dag gewenste stemmingen aanmoedigen, benoemen of opschrijven, doet ze op natuurlijke wijze groeien en bloeien.
Wijze woorden:
Niets is onverstandiger dan een leven van enkel verstand. (Jacob Israël de Haan)
Zoals de schaduw het lichaam volgt, zo worden we wat we denken. (Boeddha)
Gevoelens laten zich wekken door gedachten en vervagen door afleiding. (Plume)
Beren op je weg ?
Literatuur: SISO-nummer 415.3 (Bibliotheek rubricering)
* Emotioneel in balans – Fred Sterk & Sjoerd Swaen – ISBN 90 215 3316 2
* Emotioneel vaardig worden – Claude Stein & Paul Perry – ISBN 90 295 3730 2
* Mind gym – Sportschool voor je geest – ISBN 97 89492 493255
Jongste revisiedatum 4-8-2023